Deze post had eigenlijk moeten bestaan uit 3 posts. "The Road top Siem Reap", "Siem Reap" en "The Boat to Battambang", maar aangezien ik dit nu in zwembroek in Thailand zit te sturen, kunnen we alles samenvatten.
The Road to Siem Reap was een regelrechte hel. In totaal zijn we een 32 tal uren onderweg geweest over wegen die die naam amper waardig zijn en hebben we in Phnom Phen overnacht, wat oorspronkelijk niet de bedoeling was. Dus om 01.00 's nachts werden we in Phnom Phen gedropt door Khmers die geen woord Engels spraken. We zochten snel een kamer, dronken nog een pintje met enkele medebusreizigers, en 4 uur later stonden we weer op voor alweer 8 uren bussen, in een bus die elk uur stopte....
Onderweg hebben we wel wat meegemaakt en gezien. We hebben mijnen langs de weg zien liggen, en ontelbare plaatjes die ervoor waarschuwen, we hebben een tijdje vastgezeten op een losgeslagen ferry, die langs de oever bleef rondtollen tot ze vastzat, we hebben gefrituurde Tarantula gegeten (ok, 1 pootje... maar toch), maar hoofdzakelijk gewoon gezeten in een warme bus.
Siem reap was fantastisch. De tempels van Ankor zijn adembenemend, en Siem Reap zelf is ook een leuk stadje om eens uit te gaan of te gaan eten. In totaal hebben we drie dagen tempels bezocht, zij het op een kalme manier. Op de eerste dag hebben we een fiets gehuurd, wat waarschijnlijk de meest ontspannende en goedkope manier is, maar de laatste twee dagen hebben we een Tuktuk-chauffeur onder de arm genomen die ons heeft rondgereden.
Het gebied is immers immens, en buiten de 5 meest bekende tempels zijn er nog veel meer overblijfselen en tempels die ook te verkennen zijn. De mooiste vonden wij Ta Phrom, de originele ''Tomb Raider"-tempel, omdat die zo mysterieus is vanwege de bomen die er zijn doorheen gegroeid. Ankor Wat (het grootste religieuze bouwwerk ter wereld) is ook indrukwekkend, maar als je er tussen de andere toeristen in de vlakke zon doorheen loopt, is de indruk niet zo diep als bij Ta Phrom (vonden we). Andere toppers waren Bayon (met de gezichten) en Teah Prahn (of zoiets).
In Siem Reap hebben we vier toffe kerels uit Antwerpen ontmoet, waar we dan enkele dagen mee hebben opgetrokken. Geweldig om nog eens Vlaams te kunnen 'klappen' en op cafe te kunnen gaan met een kleine bende. Dit had wel de tweede kater van de reis tot gevolg (welke idioot (of idiote) kwam toch op het idee om ineens een hele fles gin te kopen????), maar hey... je kan niet alles hebben. In Siem reap is er een straat die de nickname "Pub Street" heeft gekregen Het geweldige is dat al deze cafe's in oude Franse panden zijn, die een beetje zijn opgeknapt, en daardoor een geweldige sfeer uitstralen. In Belgie zouden deze inrichtingen onbetaalbaar zijn.
Het eten was er ook lekker. Hoogtepunten waren de Khmer Kitchen, goedkoop en lekker, en Dead Fish Tower, dat een fancy restaurant was met een krokodillenvijver, en (aanlig)tafels die op verschillende zwevende plateaus stonden en bediend werden door allerlei systeempjes om drankjes en voedsel naar de verschillende etages te slepen en te hijsen. Geweldig!
De Cambodianen zijn een enorm vriendelijk, goedlachs en lief volk. Alles gaat hier trager, en van organisatie hebben ze nog nooit gehoord. Maar de glimlach waarmee ze je steeds te woord staan maakt alles goed. We hebben hier wel enkele dingen meegemaakt die ons altijd zullen bijblijven.
Zo kwam er een jongen op een bromfiets ons vergezellen (we hadden vier mannen extra mee, en blijkbaar krijg je dan wel meer gevarieerde voorstellen dan wanneer je als koppel wandelt). Nadat ze die jongen wat uitvraagden, bleek hij uiteindelijk meisjes van 14 jaar aan te bieden... Walgelijk! De posters in de bars en hotels waarschuwen ook voor kinder-sextoerisme, en het is blijkbaar een groeiend probleem.
Een heel ander schok was het toen we op een terras een man zagen die zijn stootkarretje installeerde en boeken begon te verkopen. Wat ons daarna pas opviel was dat hij zijn rechteronderarm miste en zijn linkerhand! Dit was zo verschrikkelijk aangrijpend, maar dagelijkse kost in Cambodia, waar de oorlog nog vers in het geheugen ligt, en vele weeskinderen leven.
In Siem reap hebben we, als gevolg van onze ervaring met de busritten, ons plan helemaal omgegooid. In plaats van nog naar Phnom Phen en Sihanoukville te gaan, hadden we besloten om een dag langer tempels te bekijken, daarna naar Battambang te gaan met de boot (zoals gepland), maar daarna recht naar Thailand te gaan voor een weekje strand.
De boottocht was zeer mooi, maar ook weer zeer lang, terwijl er te weinig zitplaatsen waren en verschillende mensen in de vlakke zon op het dak hebben moeten zitten. Hebben wel een hele reeks vogels gezien, waaronder de visarend (ik als enige!), en de drijvende dorpjes op het water waren ook geweldig. Foto's volgen nog...
In Battambang aangekomen, hebben we onmiddellijk een taxi geregeld om ons de volgende ochtend naar de grens te brengen, met ook een bezoek aan de killing caves vlakbij. Deze rit bracht ons over een zeer slechte weg, langs de meest beruchte mijnenvelden van Cambodia.
Voor de Killing caves moesten we eerst een heuvel beklimmen, die een fantastisch panorama over het landschap bood. We daalden af in een grot, waar we in een schrijn een hele berg botten en schedels vonden, overblijfselen van de moorden die hier hadden plaatsgevonden.
Hoewel Lonely Planet deze weg afschreef als een regelrechte hel, bleek dit uiteindelijk enorm mee te vallen, en voor de middag waren we al op Thaise grond. Een tweede taxi en een Ferry brachten ons naar Koh Chang, waar we nu zitten.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment