Onze reis zit er bijna op, maar de cirkel is al rond. We kwamen 14 augustus aan in Rusland, en 4 maanden later zijn we nu... terug in Rusland...
Inderdaad.
Ons "luxe-resort" waar we eens even zouden genieten van een ontspannen strandvakantie in een chique omgeving is een stevige anticlimax. Het feit dat wij de enige niet-Russen zijn in het hotel (op wat Zweden na) is niet direct een probleem, maar het gevolg hiervan is dat de sfeer in dit resort diep onder het vriespunt zit. We dachten 's avonds eens lekker decadent pina coladas te sippen in een gezellige strandbar vol uitgelaten vakantiegangers met een kleurtje, maar de bar is leeg, omdat de tafels al klaar staan om de tourgroepen van hun BBQ te voorzien.
Een pintje aan het zwembad kost dubbel zoveel als in een ander (goed) restaurant. Toen ik om drie ijsblokjes ging vragen vroegen ze er 10 Baht voor. Ik had graag het muntstuk van 10 bath gebruikt om het loeihard in die barman zijn oog te keilen, maar dat bedrag leverde me even later aan de overkant van de straat een volle zak ijs en een limoen op... Verschrikkelijk. Ik vraag me af hoe significant die 10B gaan zijn in verhouding met het bedrag dat ze zullen mislopen nadat wij de evaluatie van onze bookingssite en Lonely Planet hebben ingevuld. Nu ja... die Russen kunnen toch geen Engels, maar toch...
Gelukkig is alles er om op jezelf te genieten. Een mooi strand, groot zwembad, degelijk ontbijt, een propere, goede kamer met alles erop en eraan en de beste douche ter wereld (zo'n regenvalgeval..), ware het niet dat de (lekker grote) douchekop ongeveer ter hoogte van je kin komt.
Uit die douche kwam gisteren ook al geen warm water, maar da's een ander verhaal...
We hebben hier in Thailand wel al leuke tijden beleefd. We hebben een scootertje gehuurd voor de hele week, waarmee we al enkele stranden zijn gaan opzoeken. Gisteren zijn we gaan snorkelen, wat geweldig was!
Jammerlijk bijverschijnsel van al het zonnen en zeeen is dat we allebei vreselijk verbrand zijn, de enige reden dat we nu achter de PC zitten in plaats van op het strand.
Morgenochtend pikt een busje ons op om naar Bangkok te vertrekken, de laatste stop in onze reis...
Wednesday, December 12, 2007
Saturday, December 8, 2007
Cambodia
Deze post had eigenlijk moeten bestaan uit 3 posts. "The Road top Siem Reap", "Siem Reap" en "The Boat to Battambang", maar aangezien ik dit nu in zwembroek in Thailand zit te sturen, kunnen we alles samenvatten.
The Road to Siem Reap was een regelrechte hel. In totaal zijn we een 32 tal uren onderweg geweest over wegen die die naam amper waardig zijn en hebben we in Phnom Phen overnacht, wat oorspronkelijk niet de bedoeling was. Dus om 01.00 's nachts werden we in Phnom Phen gedropt door Khmers die geen woord Engels spraken. We zochten snel een kamer, dronken nog een pintje met enkele medebusreizigers, en 4 uur later stonden we weer op voor alweer 8 uren bussen, in een bus die elk uur stopte....
Onderweg hebben we wel wat meegemaakt en gezien. We hebben mijnen langs de weg zien liggen, en ontelbare plaatjes die ervoor waarschuwen, we hebben een tijdje vastgezeten op een losgeslagen ferry, die langs de oever bleef rondtollen tot ze vastzat, we hebben gefrituurde Tarantula gegeten (ok, 1 pootje... maar toch), maar hoofdzakelijk gewoon gezeten in een warme bus.
Siem reap was fantastisch. De tempels van Ankor zijn adembenemend, en Siem Reap zelf is ook een leuk stadje om eens uit te gaan of te gaan eten. In totaal hebben we drie dagen tempels bezocht, zij het op een kalme manier. Op de eerste dag hebben we een fiets gehuurd, wat waarschijnlijk de meest ontspannende en goedkope manier is, maar de laatste twee dagen hebben we een Tuktuk-chauffeur onder de arm genomen die ons heeft rondgereden.
Het gebied is immers immens, en buiten de 5 meest bekende tempels zijn er nog veel meer overblijfselen en tempels die ook te verkennen zijn. De mooiste vonden wij Ta Phrom, de originele ''Tomb Raider"-tempel, omdat die zo mysterieus is vanwege de bomen die er zijn doorheen gegroeid. Ankor Wat (het grootste religieuze bouwwerk ter wereld) is ook indrukwekkend, maar als je er tussen de andere toeristen in de vlakke zon doorheen loopt, is de indruk niet zo diep als bij Ta Phrom (vonden we). Andere toppers waren Bayon (met de gezichten) en Teah Prahn (of zoiets).
In Siem Reap hebben we vier toffe kerels uit Antwerpen ontmoet, waar we dan enkele dagen mee hebben opgetrokken. Geweldig om nog eens Vlaams te kunnen 'klappen' en op cafe te kunnen gaan met een kleine bende. Dit had wel de tweede kater van de reis tot gevolg (welke idioot (of idiote) kwam toch op het idee om ineens een hele fles gin te kopen????), maar hey... je kan niet alles hebben. In Siem reap is er een straat die de nickname "Pub Street" heeft gekregen Het geweldige is dat al deze cafe's in oude Franse panden zijn, die een beetje zijn opgeknapt, en daardoor een geweldige sfeer uitstralen. In Belgie zouden deze inrichtingen onbetaalbaar zijn.
Het eten was er ook lekker. Hoogtepunten waren de Khmer Kitchen, goedkoop en lekker, en Dead Fish Tower, dat een fancy restaurant was met een krokodillenvijver, en (aanlig)tafels die op verschillende zwevende plateaus stonden en bediend werden door allerlei systeempjes om drankjes en voedsel naar de verschillende etages te slepen en te hijsen. Geweldig!
De Cambodianen zijn een enorm vriendelijk, goedlachs en lief volk. Alles gaat hier trager, en van organisatie hebben ze nog nooit gehoord. Maar de glimlach waarmee ze je steeds te woord staan maakt alles goed. We hebben hier wel enkele dingen meegemaakt die ons altijd zullen bijblijven.
Zo kwam er een jongen op een bromfiets ons vergezellen (we hadden vier mannen extra mee, en blijkbaar krijg je dan wel meer gevarieerde voorstellen dan wanneer je als koppel wandelt). Nadat ze die jongen wat uitvraagden, bleek hij uiteindelijk meisjes van 14 jaar aan te bieden... Walgelijk! De posters in de bars en hotels waarschuwen ook voor kinder-sextoerisme, en het is blijkbaar een groeiend probleem.
Een heel ander schok was het toen we op een terras een man zagen die zijn stootkarretje installeerde en boeken begon te verkopen. Wat ons daarna pas opviel was dat hij zijn rechteronderarm miste en zijn linkerhand! Dit was zo verschrikkelijk aangrijpend, maar dagelijkse kost in Cambodia, waar de oorlog nog vers in het geheugen ligt, en vele weeskinderen leven.
In Siem reap hebben we, als gevolg van onze ervaring met de busritten, ons plan helemaal omgegooid. In plaats van nog naar Phnom Phen en Sihanoukville te gaan, hadden we besloten om een dag langer tempels te bekijken, daarna naar Battambang te gaan met de boot (zoals gepland), maar daarna recht naar Thailand te gaan voor een weekje strand.
De boottocht was zeer mooi, maar ook weer zeer lang, terwijl er te weinig zitplaatsen waren en verschillende mensen in de vlakke zon op het dak hebben moeten zitten. Hebben wel een hele reeks vogels gezien, waaronder de visarend (ik als enige!), en de drijvende dorpjes op het water waren ook geweldig. Foto's volgen nog...
In Battambang aangekomen, hebben we onmiddellijk een taxi geregeld om ons de volgende ochtend naar de grens te brengen, met ook een bezoek aan de killing caves vlakbij. Deze rit bracht ons over een zeer slechte weg, langs de meest beruchte mijnenvelden van Cambodia.
Voor de Killing caves moesten we eerst een heuvel beklimmen, die een fantastisch panorama over het landschap bood. We daalden af in een grot, waar we in een schrijn een hele berg botten en schedels vonden, overblijfselen van de moorden die hier hadden plaatsgevonden.
Hoewel Lonely Planet deze weg afschreef als een regelrechte hel, bleek dit uiteindelijk enorm mee te vallen, en voor de middag waren we al op Thaise grond. Een tweede taxi en een Ferry brachten ons naar Koh Chang, waar we nu zitten.
The Road to Siem Reap was een regelrechte hel. In totaal zijn we een 32 tal uren onderweg geweest over wegen die die naam amper waardig zijn en hebben we in Phnom Phen overnacht, wat oorspronkelijk niet de bedoeling was. Dus om 01.00 's nachts werden we in Phnom Phen gedropt door Khmers die geen woord Engels spraken. We zochten snel een kamer, dronken nog een pintje met enkele medebusreizigers, en 4 uur later stonden we weer op voor alweer 8 uren bussen, in een bus die elk uur stopte....
Onderweg hebben we wel wat meegemaakt en gezien. We hebben mijnen langs de weg zien liggen, en ontelbare plaatjes die ervoor waarschuwen, we hebben een tijdje vastgezeten op een losgeslagen ferry, die langs de oever bleef rondtollen tot ze vastzat, we hebben gefrituurde Tarantula gegeten (ok, 1 pootje... maar toch), maar hoofdzakelijk gewoon gezeten in een warme bus.
Siem reap was fantastisch. De tempels van Ankor zijn adembenemend, en Siem Reap zelf is ook een leuk stadje om eens uit te gaan of te gaan eten. In totaal hebben we drie dagen tempels bezocht, zij het op een kalme manier. Op de eerste dag hebben we een fiets gehuurd, wat waarschijnlijk de meest ontspannende en goedkope manier is, maar de laatste twee dagen hebben we een Tuktuk-chauffeur onder de arm genomen die ons heeft rondgereden.
Het gebied is immers immens, en buiten de 5 meest bekende tempels zijn er nog veel meer overblijfselen en tempels die ook te verkennen zijn. De mooiste vonden wij Ta Phrom, de originele ''Tomb Raider"-tempel, omdat die zo mysterieus is vanwege de bomen die er zijn doorheen gegroeid. Ankor Wat (het grootste religieuze bouwwerk ter wereld) is ook indrukwekkend, maar als je er tussen de andere toeristen in de vlakke zon doorheen loopt, is de indruk niet zo diep als bij Ta Phrom (vonden we). Andere toppers waren Bayon (met de gezichten) en Teah Prahn (of zoiets).
In Siem Reap hebben we vier toffe kerels uit Antwerpen ontmoet, waar we dan enkele dagen mee hebben opgetrokken. Geweldig om nog eens Vlaams te kunnen 'klappen' en op cafe te kunnen gaan met een kleine bende. Dit had wel de tweede kater van de reis tot gevolg (welke idioot (of idiote) kwam toch op het idee om ineens een hele fles gin te kopen????), maar hey... je kan niet alles hebben. In Siem reap is er een straat die de nickname "Pub Street" heeft gekregen Het geweldige is dat al deze cafe's in oude Franse panden zijn, die een beetje zijn opgeknapt, en daardoor een geweldige sfeer uitstralen. In Belgie zouden deze inrichtingen onbetaalbaar zijn.
Het eten was er ook lekker. Hoogtepunten waren de Khmer Kitchen, goedkoop en lekker, en Dead Fish Tower, dat een fancy restaurant was met een krokodillenvijver, en (aanlig)tafels die op verschillende zwevende plateaus stonden en bediend werden door allerlei systeempjes om drankjes en voedsel naar de verschillende etages te slepen en te hijsen. Geweldig!
De Cambodianen zijn een enorm vriendelijk, goedlachs en lief volk. Alles gaat hier trager, en van organisatie hebben ze nog nooit gehoord. Maar de glimlach waarmee ze je steeds te woord staan maakt alles goed. We hebben hier wel enkele dingen meegemaakt die ons altijd zullen bijblijven.
Zo kwam er een jongen op een bromfiets ons vergezellen (we hadden vier mannen extra mee, en blijkbaar krijg je dan wel meer gevarieerde voorstellen dan wanneer je als koppel wandelt). Nadat ze die jongen wat uitvraagden, bleek hij uiteindelijk meisjes van 14 jaar aan te bieden... Walgelijk! De posters in de bars en hotels waarschuwen ook voor kinder-sextoerisme, en het is blijkbaar een groeiend probleem.
Een heel ander schok was het toen we op een terras een man zagen die zijn stootkarretje installeerde en boeken begon te verkopen. Wat ons daarna pas opviel was dat hij zijn rechteronderarm miste en zijn linkerhand! Dit was zo verschrikkelijk aangrijpend, maar dagelijkse kost in Cambodia, waar de oorlog nog vers in het geheugen ligt, en vele weeskinderen leven.
In Siem reap hebben we, als gevolg van onze ervaring met de busritten, ons plan helemaal omgegooid. In plaats van nog naar Phnom Phen en Sihanoukville te gaan, hadden we besloten om een dag langer tempels te bekijken, daarna naar Battambang te gaan met de boot (zoals gepland), maar daarna recht naar Thailand te gaan voor een weekje strand.
De boottocht was zeer mooi, maar ook weer zeer lang, terwijl er te weinig zitplaatsen waren en verschillende mensen in de vlakke zon op het dak hebben moeten zitten. Hebben wel een hele reeks vogels gezien, waaronder de visarend (ik als enige!), en de drijvende dorpjes op het water waren ook geweldig. Foto's volgen nog...
In Battambang aangekomen, hebben we onmiddellijk een taxi geregeld om ons de volgende ochtend naar de grens te brengen, met ook een bezoek aan de killing caves vlakbij. Deze rit bracht ons over een zeer slechte weg, langs de meest beruchte mijnenvelden van Cambodia.
Voor de Killing caves moesten we eerst een heuvel beklimmen, die een fantastisch panorama over het landschap bood. We daalden af in een grot, waar we in een schrijn een hele berg botten en schedels vonden, overblijfselen van de moorden die hier hadden plaatsgevonden.
Hoewel Lonely Planet deze weg afschreef als een regelrechte hel, bleek dit uiteindelijk enorm mee te vallen, en voor de middag waren we al op Thaise grond. Een tweede taxi en een Ferry brachten ons naar Koh Chang, waar we nu zitten.
Tuesday, December 4, 2007
N95, the madness continues...
Dus.....komen we voorbij een Nokia-winkel, en denk ik: Hmmm, even kijken kan geen kwaad, right?
Wrong!!!!
In Siem Reap kost een N95 US$545
Dit komt neer op een slordige 375 euro...
De pijn...
Wrong!!!!
In Siem Reap kost een N95 US$545
Dit komt neer op een slordige 375 euro...
De pijn...
Monday, December 3, 2007
South Laos
While enjoying the magnificent views along the jungle-covered shores of the river, my fingers could feel the water outside of the small wooden boat. There was only six centimetres between the water and the side, but this did not refrain the sailor from steering its unstable vessel uncomfortably fast past sharp rocks or trough shallow waters and challenging rapids. Carrying equipment worth the Lao GDP per capita with me, did not help feeling at ease either.
But we made it, dry, alive and kicking.
This boat trip and the jungle trekking afterwards were one of the highlights of the tour we booked in Pakse to discover South-Laos, and it was truly amazing.
We saw tea and coffee plantations, swam in waterfalls, slept in a village, kayaked the Mekong and ended with a lazy afternoon, getting acquainted with our hammocks and sipping drinks while enjoying a beautiful sunset on the balcony of our riverside bungalow...
The first day mainly consisted of sitting in the car and visiting the plantations and some waterfalls. The Bolaven plateau is known for its coffee beans, which are counted among the best and most expensive in the world.
At night we stumbled upon a birthday party, where we taught the locals some moves, as their dancing only consists of standing on the dance floor, feet glued to the floor and moving their hands a bit. Next year you will be able to see all of them putting their finger on their head while turning around, and maybe (God forbid) a slight move with the hips. It was fun! We were not too keen however about their drinking culture, as they use only one cup per table for drinking beer, which is past around and drunk ad fundum. It is nice to see, of course, ut also beneficial to spreading all kinds of germs.
Apart from sitting in the car, we also did quite a heavy jungle hike, as the water level was too low for the boats to drop us of far enough, and we had to find our way through the thick jungle.
I had a romantic view of jungle trekking, which was partly eradicated by reality. It is not just about cutting your way through lush green plants while keeping an eye for big, dangerous tigers and snakes. In fact you have to crawl past climbing plants and bushes, which ALL have the most sharpest and biggest thorns you can imagine, while keeping an eye for thousands of ants in varying sizes and painfulness of their bites. The organization of the tour was just plain bad, and no one told us about it, resulting in scratches and oodles of mosquito bites, as we conquered the jungle in shorts, sandals and spaghetti-strapped tops (only Eline!!!). Eline counted 140 bites on her the last day. We got lost a few times, and our animo dropped to lower levels. But the waterfall we saw after 1.5 hours of walking was totally worth it! It was the most impressive we had ever seen! See the pictures when online (will take a while).
Afterwards we stayed in a home stay, which was a bit disappointing. It wasn't that authentic, and our guide was not that good either. Eline also got immensely sick from the food they made themselves. (among which fish soup with heads in it...)
On our way down to Don Det, an island on the Mekong river, we also did a short elephant trekking to a hill top where we had a great view.
At dawn, we finally arrived at Don Det, only to find out there is no hot water to be found anywhere. We persisted, encouraged by the knowledge that cold showers help keeping breasts from giving in to gravity.
The last day we went kayaking on the Mekong, which was also quite an effort. We saw some more great waterfalls (from the shore!!!), but unfortunately, not a single irrawady dolphin. In the afternoon, we just chilled out in our hammocks, reading a book, enjoying a beer, and watching the beautiful sunset.
At night, we went to our favourite restaurant, ran by a Belgian. Unfortunately, the bastard had just sold the last portions of his Stoofvlees we ordered the night before to others. Damn you West-Flemish emigrant!!!
We left Laos the day after, starting a 36 hour living hell past rocky roads, bad busses, suspicious looking tourguides, ferry boats out of control and the more. We'll keep that one for the next post.
See you soon!
But we made it, dry, alive and kicking.
This boat trip and the jungle trekking afterwards were one of the highlights of the tour we booked in Pakse to discover South-Laos, and it was truly amazing.
We saw tea and coffee plantations, swam in waterfalls, slept in a village, kayaked the Mekong and ended with a lazy afternoon, getting acquainted with our hammocks and sipping drinks while enjoying a beautiful sunset on the balcony of our riverside bungalow...
The first day mainly consisted of sitting in the car and visiting the plantations and some waterfalls. The Bolaven plateau is known for its coffee beans, which are counted among the best and most expensive in the world.
At night we stumbled upon a birthday party, where we taught the locals some moves, as their dancing only consists of standing on the dance floor, feet glued to the floor and moving their hands a bit. Next year you will be able to see all of them putting their finger on their head while turning around, and maybe (God forbid) a slight move with the hips. It was fun! We were not too keen however about their drinking culture, as they use only one cup per table for drinking beer, which is past around and drunk ad fundum. It is nice to see, of course, ut also beneficial to spreading all kinds of germs.
Apart from sitting in the car, we also did quite a heavy jungle hike, as the water level was too low for the boats to drop us of far enough, and we had to find our way through the thick jungle.
I had a romantic view of jungle trekking, which was partly eradicated by reality. It is not just about cutting your way through lush green plants while keeping an eye for big, dangerous tigers and snakes. In fact you have to crawl past climbing plants and bushes, which ALL have the most sharpest and biggest thorns you can imagine, while keeping an eye for thousands of ants in varying sizes and painfulness of their bites. The organization of the tour was just plain bad, and no one told us about it, resulting in scratches and oodles of mosquito bites, as we conquered the jungle in shorts, sandals and spaghetti-strapped tops (only Eline!!!). Eline counted 140 bites on her the last day. We got lost a few times, and our animo dropped to lower levels. But the waterfall we saw after 1.5 hours of walking was totally worth it! It was the most impressive we had ever seen! See the pictures when online (will take a while).
Afterwards we stayed in a home stay, which was a bit disappointing. It wasn't that authentic, and our guide was not that good either. Eline also got immensely sick from the food they made themselves. (among which fish soup with heads in it...)
On our way down to Don Det, an island on the Mekong river, we also did a short elephant trekking to a hill top where we had a great view.
At dawn, we finally arrived at Don Det, only to find out there is no hot water to be found anywhere. We persisted, encouraged by the knowledge that cold showers help keeping breasts from giving in to gravity.
The last day we went kayaking on the Mekong, which was also quite an effort. We saw some more great waterfalls (from the shore!!!), but unfortunately, not a single irrawady dolphin. In the afternoon, we just chilled out in our hammocks, reading a book, enjoying a beer, and watching the beautiful sunset.
At night, we went to our favourite restaurant, ran by a Belgian. Unfortunately, the bastard had just sold the last portions of his Stoofvlees we ordered the night before to others. Damn you West-Flemish emigrant!!!
We left Laos the day after, starting a 36 hour living hell past rocky roads, bad busses, suspicious looking tourguides, ferry boats out of control and the more. We'll keep that one for the next post.
See you soon!
Subscribe to:
Posts (Atom)